2 - The Drake
02-08-2021Na maandagochtend de bagage te hebben ingeleverd, maakten Martin en ik nog een rondje langs de haven en de lagune van Ushuaia. Dat leverde geen bijzondere dingen op en dus richtten wij al snel onze schreden naar Tante Sara waar we ruimschoots de tijd namen om een hamburger naar binnen te werken. Nog voor vieren gingen we aan boord van de Plancius, kregen de sleutel van de hut, en vonden daar onze koffers.
Om vijf uur was er een korte introductie over de indeling van het schip en daarna volgde de verplichte safety drill. Altijd weer uiterst vermakelijk om de passagiers te zien worstelen met hun zwemvesten. Rond zes uur volgde de welkomstborrel en het voorstellen van de kapitein en de expeditiestaf. Erg grappig is dat de expeditieleider Andrew Bishop is. Tijdens de Atlantic Odyssey van 2012 was hij bij ons één van de meest gewilde zodiac-drivers. Hij wist niet veel van vogels, maar was des te meer bereid ons er naar toe te varen. Om half acht mochten we aan het diner. Ik was niet helemaal gelukkig met mijn keuze van pasta met seafood, maar de anderen lieten zich de gebraden kalkoenborst goed smaken.
De nacht werd een onrustige. We waren al gewaarschuwd door de kapitein dat het ruw zou zijn op de Drake Passage en dat bleek het geval. Vanaf een uur of drie lagen we behoorlijk te rollen in onze bedden. De volgende ochtend bleek zeeziekte dan ook te hebben toegeslagen bij sommige passagiers. Bij het ontbijt was de eetzaal nog niet half gevuld en ook de rest van de dag liet een groot deel van de passagiers zich niet zien.
Door de weersomstandigheden waren de dekken gesloten. Alleen bij de brug mocht je even buiten staan maar erg plezierig was dat niet. De korte momenten dat wij het daar volhielden, waren echter voldoende om de eerste Wandering Albatrosses (Reuzenalbatros), Black-browed Albatrosses (Wenkbrauwalbatros), Grey-headed Albatrosses (Grijskopalbatros), White-chinned Petrels (Witkinstormvogel) en Blue Petrels (Blauwe Stormvogel) te zien.
Voor mij wist de kok zich ‘s avonds volledig te revancheren met een perfect stuk hertenfilet.
In de nacht van dinsdag en woensdag namen wind en golfslag behoorlijk af. Het resultaat was ‘s ochtends goed merkbaar: de eetzaal was weer vrijwel geheel bezet.
De woensdagochtend was ingeruimd voor een aantal verplichte acties. Eerst was er een lezing over het gedrag op Antarctica (wat mag wel en wat mag beslist niet) en daarna een instructie hoe in en uit de zodiacs te stappen. Daarop volgden de (eveneens verplichte) stofzuigsessies. Iedereen diende de kleding waarmee hij aan land zou gaan en de mee te nemen rugzak etc. grondig te stofzuigen om het aan land brengen van zaden e.d. te voorkomen. Aan het begin van de middag werden de laarzen gepast en uitgereikt.
Tussen de bedrijven door werd er natuurlijk volop naar vogels gezocht. Hoewel de zee een stuk kalmer was, bleef het grauw weer. En ook het aantal vogels viel eigenlijk wat tegen. Wel konden ‘s ochtends de eerste Light-mantled Sooty (Roetkapalbatros) en de eerste Brown Skua (Bruine Jager) worden bijgeschreven. De verrassing van de dag was een Franklins Gull (Franklins Meeuw) die rond een uur of drie plotseling achter het schip hing. Deze Noord-Amerikaan, volop in zomerkleed, was toch wel behoorlijk ver van huis in deze Zuidelijke Oceaan. Ik herinner me dat we ook in 2012 een exemplaar zagen, toen tussen Antarctica en South Georgia. Wellicht verdwalen ze toch vaker in deze zuidelijke contreien dan algemeen wordt aangenomen.
Vanaf de Plancius, ergens op de Drake Passage tussen Ushuaia en het Antarctisch schiereiland,
Hendrik Jan Dijkerman
Geplaatst op: 27 maart 2018