counter on tumblr
 

13 - De Atlantic Odyssey begint!

03-07-2021

Dag 15 en 16: De Atlantic Odyssey begint! -

Donderdagmiddag om 15.30 vertrokken drie taxi’s van ons hotel in Ushuaia naar de grote pier tegenover het centrum van Ushuaia. Negen man met bagage ging door de scanner en liep de pier op tot aan de Plancius, ons thuisfront voor de komende vijf weken. Huig, Danny en Margreta waren op stap met hun eigen huurauto en zouden later zelf inchecken. De grote tassen worden met krijt van een kamernummer voorzien en even later per kraan aan boord gehesen; we lopen het schip op, melden ons bij receptie, krijgen een kamernummer en per persoon een sleutel en dan wordt ons de kamer gewezen.

Ons schip, de Plancius met als thuishaven Vlissingen, is een genot voor het oog en luxe ingericht. Bertus en ik slapen op een tweepersoonskamer met eigen douche en toilet; we hebben een breedbeeld-tv waarop we kunnen kiezen tussen Hollywoodfilms (niet besteed aan vogelaars), het uitzicht vanaf de brug want daar hangt een vooruitkijkende camera, natuurdocumentaires en een kaart van het zuidelijk halfrond waarop we het schip kunnen volgen.

Er is een ruime eetzaal en een nog grotere observation lounge, waarvandaan je in de warmte, met koffie, thee, soep en warme choco bij de hand, aan beide zijden naast en vooruit om het schip kan kijken. De meeste niet-vogelaars, voor zover ze niet in hun hut zitten, zitten in de observation lounge. Het schip heeft een capaciteit van 110 gasten, maar er zijn er slechts 73 aan boord. Hieronder zijn minder dan 20 vogelaars: wij twaalven via Inezia Tours, een groep van vijf van een Amerikaanse organisatie, en een paar losse. Dat betekent dat er op de beste plekken, naast de brug en op het achterdek, voldoende ruimte is om gericht over zee te kijken, te genieten van de vogels, walvissen en dolfijnen en om te fotograferen en filmen.

Even terug naar donderdagmiddag. Nagenoeg alle gasten waren tegen half vijf aan boord – er ontbraken er slechts drie: Huig, Danny en Margreta. Gelukkig kreeg ik van de staf de verzekering dat we niet zouden vertrekken zonder dat ze binnen waren, en om 17.05 trof ik Margreta op de kade met de bagage. Bleek dat zij om vier uur al gedropt was en dat Huig en Danny problemen ondervonden bij het terugbrengen van de huurauto op het luchthaventje van Ushuaia. Het verhuurkantoor van Avis (Pieter van Inezia Tours had ons al gewaarschuwd geen auto bij Avis te huren) was gesloten en het personeel was niet te bereiken op drie verschillende telefoonnummers. Uiteindelijk hebben Huig en Danny de auto geparkeerd bij het hotel, waar de receptioniste een en ander verder zou afhandelen. Omstreeks 17.30 waren we allemaal aan boord en kort daarop vertrokken we.

Gelukkig voor de vogelaars werden de briefings, safety instructions en safety drill die eerste avond al uitgevoerd, zodat we er de volgende dagen geen kostbare vogeltijd aan hoefden op te offeren. Het omdoen van het reddingvest zorgde voor wat hilariteit, iedereen hield zich aan het voorschrift om tijdens de safety drill geen gebruik te maken van de reddingvestfluitjes en verder was er wat ontsteltenis van een paar Britten, toen bleek dat aan boord van de overdekte reddingsboten weliswaar water, voedsel, medicijnen en navigatieapparatuur was, maar geen bier!

Eerder donderdag woei het flink boven het Beagle kanaal, maar we hadden een rustige eerste paar uur op het schip. De kapitein en de staf werden voorgesteld: buiten een vogel- en zeezoogdierenexpert zijn aan boord ook nog een geoloog en een vulkanoloog, voor vragen en het geven van lezingen. De scheepsdokter, een Nederlandse gepensioneerde huisarts, raadde ons aan om voor de eerste twee dagen een Scopolaminepleister achter het oor te plakken omdat het flink kan spoken op het stuk tussen Zuid-Amerika en Antarctica: de Drake Passage. De meesten van de groep gaven gehoor aan dat advies, behalve Huig, Paul, Marijke, Bertus en ik. Tijdens bijna vijf weken op zee vorig jaar, van Nieuw-Zeeland naar Japan, had ik immers geen zeeziekte ondervonden, dus dan moest ik toch wel zeebenen hebben?

Toch was ik de sjaak. De eerste 100+ km Drake Passage lagen we, eerst zachtjes maar later wat onstuimiger, te wiegen in onze bedden. Vol verwachting stonden we de volgende ochtend (te) vroeg op het dek naast de brug, en zagen een swell van 5-6m hoge golven, die zijdelings op het schip afkwamen, van die hele lange golven die wekenlang over de oceaan hadden gerold. Ik voelde me niet echt lekker en moest bij het ontbijt vroegtijdig afhaken, ging naar mijn kamer en deed een duit in het zakje. Waarna ik toch maar een pleister opplakte en weer naar het dek ging.

Aan boord van een schip leef je met regelmaat. Bij vogelaars begint die bij het met het eerste licht buiten staan, bij niet-vogelaars met (een beetje) uitslapen, en dan om 8.00 uur buffetontbijt. Allerhande soorten vers fruit, yoghurt met muesli, worstjes, ei, al dan niet geroosterd brood – kortom een goede basis voor de dag. Lunch is meestal om 13.00 uur, en avondeten vanaf 19.30 uur. Iedere dag is er wel een lezing, de eerste dag bijvoorbeeld over “de vogels van de Drake Passage en Antarctica” – die natuurlijk door geen enkele vogelaar werd bijgewoond, want die stonden buiten te kijken naar de tijdens de lezing behandelde soorten.

Dag 1 op de Drake Passage begon met een Snowy (Wandering) Albatross, één van de grootste albatrossen ter wereld, die eigenlijk de hele dag rond de boot bleef vliegen in afwachting van een lekker hapje. Chummen (= visresten overboord gooien in de hoop zeevogels te lokken) is echter verboden in Antarctische wateren, dus hij/zij is uiteindelijk met een lege maag verder gevlogen. In vergelijking met de Ineziagroep van vorig jaar zagen we iets andere soorten: wij hadden bijvoorbeeld geen Royal Albatrosses. Maar onderhoudend was het zeker, met onder meer onze eerste Kerguelen, Blue en Soft-plumaged Petrels en twee clubjes van de prachtig zwart-witte Zandloperdolfijn (Hourglass Dolphin), genoemd naar de zandloperachtige witte vlek op de zijkant. Het tweede groepje ging zelfs bowriden: een wedstrijdje snelzwemmen door vlak onder en naast de boeg van het schip te blijven, zodat ik ze leuk heb kunnen video’en, ook springend uit het water.

Dag 2 op de Drake Passage was de zee een stuk rustiger, wat resulteerde in niet al teveel zeevogels, maar wel enkele groepen walvissen. Het begon met een klein clubje Zandloperdolfijnen (Hourglass Dolphin) die kort te zien waren vanuit de observation lounge, tijdens het bloggen. Ik moest zelfs nog even naar boven sprinten, omdat er Gewone Vinvissen (Fin Whales) werden gezien: de eerste waarneming was die van een moeder met kalf, waarbij je steeds eerst de moeder met een enorme spuit boven zag komen, gevolgd door een lange bolle rug en een klein vinnetje aan het eind van het lichaam. Het kalf, maximaal twee-derde van de lengte van de moeder, volgde daarna met een kleine spuit. De waarneming werd doorgegeven aan de kapitein, die het schip keerde en op zoek ging naar de walvissen. Dat lukte prima, want door zijn manoeuvres kregen we de vinvissen enkele malen goed recht voor de boot te zien. Na deze waarneming gingen sommigen een bakkie doen in de lounge, en helaas misten zij daardoor de Gray’s Spitssnuitdolfijnen (Gray’s Beaked Whales) die vlak voor het schip enkele malen bovenkwamen. Het mannetje kenmerkt zich door een lange spierwitte snuit en de gewoonte om met die snuit opgeheven boven water te komen bij het ademhalen. We hadden geluk want we zagen dat door de verrekijker gebeuren, zodat de vorm en kleur van de snuit goed te zien was. Waarnemingen van spitssnuitdolfijnen zijn altijd bijzonder, want ze kunnen overal opduiken en van de meeste soorten is nog heel weinig bekend. Kort na de spitssnuitdolfijnen zagen we weer een klein clubje Gewone Vinvissen, ditmaal wat verder weg.

Het wordt langzaam maar zeker kouder, hoewel de temperatuur nog boven nul ligt en het door de geringe wind vandaag nog steeds goed toeven is aan dek. Muts en handschoenen heb ik nog nauwelijks aan gehad, maar ik vermoed dat dat ergens vanmiddag wel nodig zal zijn. Op de brug wees de tweede officier aan waar we ons bevinden en welke route we volgen; met de opmerking dat we eind van de middag / begin van de avond zullen aankomen bij de South Shetland Eilanden en daar goede kans maken op meer walvissen, en later in de middag, vlak voor het verzenden van de blog, zagen we twee keer een groepje Zuidelijke Butskoppen (Southern Bottlenose Whales).

Waarnemingen:

Beagle Channel, middag van vertrek: Grote Pijlstormvogel (de eerste keer op de Atlantic Oddyssey dat die soort al in de Beagle Channel wordt gezien), Wenkbrauwalbatros, Southern Giant Petrel, Southern Fulmar, Chilean Skua.

Drake Passage dag 1: Snowy (Wandering) Albatross, Black-browed Albatross, Grey-headed Albatross en 1 Light-mantled Sooty Albatross, Kerguelen Petrel, Blue Petrel, Donsstormvogel (Soft-plumaged), Cape Petrel, White-chinned Petrel, Wilson’s en Zwartbuikstormvogeltjes (Black-bellied Stormpetrel), een Zuidpoolkip (Snowy Sheathbill) die uit het niets boven de boot hing (maar er toch niet op landde voor zover ik kon zien), Antarctic Prions, 2 Northern en veel Southern Giant Petrels, waaronder twee witte, en enkele Southern Fulmars. En twee clubjes Zandloperdolfijn (Hourglass Dolphin).

Drake Passage dag 2 (31 maart tot 17.00 uur): Chinstrap Penguin, Black-browed Albatross, Grey-headed Albatross en 1 Light-mantled Sooty Albatross, Kerguelen Petrel, Blue Petrel, Cape Petrels, Antarctic Prion, Southern Giant Petrel, Southern Fulmar, Wilson’s en Zwartbuikstormvogeltjes, 1 (Antarctische?) Stern. Maar het meest spectaculair waren de Gewone Vinvissen (Fin Whale), de Gray’s Spitssnuitdolfijnen (Gray’s Beaked Whale) en natuurlijk de Zuidelijke Butskoppen (Southern Bottlenose Whale).

Vanaf de Plancius op 62°59” Zuiderbreedte, 60°33” Westerlengte

Remco Hofland

Geplaatst op: 1 april 2012


Reacties

add
Er zijn nog geen reacties op deze blog...