20 - Een dwaalgast
03-07-2021Dag 23: Een dwaalgast -
Bertus en ik (wij delen een kamer) liggen nog even te suffen nadat de wekker is gegaan, maar Wesley meldt al meteen in de vroegte over de walkie-talkie “Royal Albatross in the wake” (= een héle grote, tot nog toe gemiste albatros achter de boot). We kleden ons snel aan en haasten ons naar het dek – om daar te vernemen dat het toch een Wandering Albatross is met nagenoeg geheel donkere vleugels. We zijn zo gewend geraakt aan de Snowy Albatross, met soms bijna geheel witte vleugels, dat dit exemplaar goed schrikken is. In de loop van de ochtend ziet iedereen de vogel mooi, omdat hij, net als de Snowy van vandaag, geregeld rondjes rond het schip maakt. Altijd spectaculair, want deze albatrossen hebben een spanwijdte van 3m! Later in de middag vliegen er zelfs vier donkervleugelige Wandering Albatrosses rond de boot.
Ander gespuis rond de boot bestaat deze ochtend uit veel Diving-Petrels, met name Common Diving-Petrels, maar ook tenminste twee South Georgian Diving-Petrels. Verder zien we de eerste Fairy Prions, die vergezeld worden door Antarctic Prions en Blue Petrels, de beide andere reguliere albatrossen (25+ van elk Wenkbrauw- en Grijskop-) en wat Witkinstormvogels en Donsstormvogels. Het weer is ten opzichte van gisteravond wat rustiger en de golven niet hoger dan 4m.
Tegen het eind van de ochtend varen we weer een kudde Gewone Vinvissen (Fin Whales) in, weliswaar niet zoveel als een paar dagen geleden, maar toch zeker 40 individuen. Gelukkig viel de waarneming dit keer niet samen met de lunch en er kwamen geregeld vinvissen boven dichtbij het schip, enkele malen zelfs op minder dan 20m. Vergis je niet: deze walvissen kunnen tot 27m lang worden! Typisch zie je van een vinvis eerst de ‘blow’ (het uitademen), dan een vrij lange rug met aan het eind een vrij klein rugvinnetje (‘dorsal fin’): de staart zie je niet bij een onderduikende vinvis (in het pakijs zagen we dat wel een paar keer bij de Bultruggen). Net als een paar dagen geleden zien we met een scan van de horizon en de beide zijden van het schip allemaal kleine wolkjes fijne nevel boven zee hangen, dat blijft een gaaf gezicht! Omdat we ook enkele kaarsrechte, torenhoge ‘blows’ zien, hopen we op een Blauwe Vinvis (Blue Whale), het grootste dier op aarde – maar die zien we niet. Wellicht later tijdens de trip….?
Halverwege de middag komt er een onverwachte melding over de walkie-talkie van (weer!) Paul: hij meldt een Franklin’s Meeuw achter de boot, die we vervolgens allemaal fraai langs zien vliegen. Dit is een gaaf meeuwtje met zwarte kop, witte oogleden en roze-getinte borst uit Noord-Amerika dat doorgaans overwintert op de westkust van Zuid-Amerika – hij is dus in de verkeerde oceaan terechtgekomen. Grappig genoeg hadden Menno en consorten er vorig jaar eentje bij Tristan da Cunha en was er twee jaar eerder één gezien bij Gough, dus het zou steeds om dezelfde vogel kunnen gaan. Hij haalt ons met gemak in en vliegt in dezelfde lijn door naar NNO – dus misschien pikken we ‘m de komende dagen nog op bij South Georgia, waar we vannacht aan zullen komen na vier volle dagen op zee.
Zoals eerder beschreven hebben we een dag ‘verloren’ omdat we de Antarctic Sound niet door konden vanwege teveel ijs en we een omweg moesten maken. Gaandeweg de dag ontvouwt de expeditieleider de plannen voor de komende twee (in plaats van drie) dagen bij South Georgia: zondag eerst Fortuna Bay (kleine Koningspinguïnkolonie) en daarna de hoofdstad Grytviken, en de dag erna hopelijk Salisbury Plain (enorm grote Koningspinguïnkolonie, met meer dan 200.000 vogels) en Prion Island (broedende Wandering Albatrosses).
Onze route, waarbij we aan komen varen via de noordwestpunt van het eiland, betekent echter wel dat we nauwelijks kans maken op de Macaronipinguïn, die voornamelijk op de zuidoosthoek van het eiland broedt. Diverse vogelaars (ik namens de Ineziagroep, en o.a. Josep del Hoyo namens een andere groep) leunen op Rinie om te trachten te bewerkstelligen dat we op de één of andere manier toch een kansje maken op deze geelgekuifde jongen….
Waarnemingen: 2 Stormbandpinguïns, 5 Koningspinguïns zwemmend naast de boot, Wenkbrauwalbatros, Grijskopalbatros, 20 Wandering (meest Snowy) en 3 Light-mantled Sooty Albatross (één vlak over de boot), 20 Black-bellied Stormpetrel, 20+ White-chinned Petrel, 25 Blue Petrel, 5 Kerguelen Petrel, 20 Soft-plumaged Petrel, 2 Cape Petrel, 20 Antarctic Prion, 1-3 Slender-billed Prions en 200+ Fairy Prion (en vele honderden ongedetermineerde prions), 5+ Southern Giant Petrel (waaronder nog één ‘White Nellie’) en 25+ Northern Giant Petrel, 2 South Georgia Diving-Petrel en 139 Common Diving-Petrel.
Plus 20+ Gewone Vinvissen (Fin Whale), sommige op minder dan 50m van de boot.
Vanaf de Plancius bij Antarctica op 54°00” Zuiderbreedte, 38°32” Westerlengte
Remco Hofland
Geplaatst op: 8 april 2012