6 - El Chalten
03-07-2021Dag 6: El Chalten -
Over de dag bij El Chalten valt niet zo heel veel te schrijven, anders dan dat we heerlijk hebben gevogeld in een fenomenaal mooi Patagonisch bergbos. In tegenstelling tot de vorige dagen zaten we niet veel in de auto, en reden we hooguit steeds stukjes van 5 minuten tot maximaal een half uur. Het begon wel een beetje tricky: stond in de gidsen al dat je in Patagonië moet tanken waar dat maar kan, en zagen we tijdens de rit op het Strobel plateau slechts eenmaal een tankstation (waar ze geen benzine meer hadden) – deze ochtend (21-3) was er in El Chalten ondanks langdurig zoeken geen benzine te krijgen. Gelukkig was onze chauffeur zo slim geweest om vanuit Calefate een extra jerrycan vol mee te nemen, dus meer dan 10 minuutjes vertraging bij vertrek leverde het niet op.
We werden wakker in ons knusse hostelletje, waar ze hier patent op lijken te hebben, met uitzicht op de zonovergoten spitse toppen van Fitzroy en Torres, terwijl onze vallei nog in de schaduw lag. Naar verluidt behoren beide toppen tot de top-10 lastigst te beklimmen bergtoppen, en hun verticaliteit is bepaald opvallend. Genoeg kodakmomentjes vandaag. De eerste minuten reden we door het nationale park, waar ze de vreemde regel hebben dat losse toeristen wel mogen lopen, maar (vogel)tourgroepen niet. Zodat we, na het vinden van onze eerste target (Great Shrike-Tyrant, de grootste vliegenvanger ter wereld, die zich maar heeft toegelegd op het vangen van kleine vogeltjes), de vogel vanuit de auto moesten bekijken. Gelukkig reden we in no-time het park uit (hoewel het uitzicht er niet minder om werd, het bos ook niet), waarna we steeds stukken liepen.
De eerste stop dat we daadwerkelijk de auto verlieten was bij onze eerste Diucon (een grijze vliegenvanger) maar enig geduld (en het nafluiten van het lokale dwerguiltje) leverde een mooie ‘mixed flock ‘ (gemengde groep zangvogeltjes) op – en het nagefloten uiltje zelf! Die vervolgens de fluittaak overnam, want hij begon fanatiek te roepen waardoor het een komen en gaan van vogeltjes bleef. Verderop liep naast ons enige tijd een brede grindrivier, terwijl we door een vallei met steile rotswanden liepen en daar enkele ‘lbj’s’ (little brown jobs, een Engelse term voor kleine bruine vogeltjes, zoals dergelijke geinige beesten doorgaans door niet-vogelaars plachten te worden aangeduid) konden bijschrijven (zie onder). Het uitzicht varieerde verder van struikgewas tot hoog, oud, Patagonisch bos (goed voor spechten), diepblauwe bergmeren en moerassen – de meertjes bevatten zelfs flamingo’s, zodat het kleurenpalet weer het uiterste van onze ogen vergde.
Onze targets, naast de genoemde shrike-tyrant, hier waren de Bergbeekeend, de Magelhaenspecht (de grootste specht ter wereld met krulkuif), de Plantcutter en de Black-throated Huet-Huet, een aparte, relatief grote, fraai gekleurde tapaculo (= aparte vogelfamilie met doorgaans saaie bruine vogeltjes die als muizen over de grond scharrelen en niet dan na uiterst geduld en geluk waargenomen worden, en dan meestal in een héél donker bos). Om kort te gaan: we misten de eerste en hadden onwaarschijnlijk gave waarnemingen van de rest.
De eend leeft in snelstromende bergbeken, die in dit park toevallig ook heel populair zijn bij forelvissers. De enige visser die we vandaag zagen stond helaas ook op de beste plek voor de eend, en omdat ze nogal schuw zijn (de eenden, de visser bleef gewoon staan) was dat een gevalletje jammer maar helaas. De Plantcutter daarentegen hadden we al bijna opgegeven toen we er eentje bovenin een struik zagen zitten, die we daarna na uitstappen nog mooi in de (tele)scoop konden zien. Het is een cotinga, bij vogelaars de meest gewilde groep en vaak erg kleurige vogels van Zuid-Amerika. Zijn wetenschappelijke naam: rara.
Voor de Black-throated Huet-Huet had onze gids drie plekken en op alle drie vingen we bot. De beste plek betrof een enorme stapel omgevallen, met mos begroeide bomen naast een snelstromend beekje onder een dicht bladerdek – dichter in de zomer, maar nu was het gelukkig herfst. De Huet-Huet mocht dan niet lukken, tijdens het zoeken ernaar kwam er wel een andere tapaculo (= muisgrijs muisformaat scharrelend lbj’tje) langszetten, dus dat was al mooi meegenomen. Op veler verzoek kwamen we aan het eind van de middag terug op deze plek, om het nogmaals te proberen – en toen lukte het wel.
De vogel begon te roepen vanaf de andere kant van de weg en na enkele minuten spanning (die je vaak hebt als vogelaar als je weet dat de gewenste soort vlak voor je zit en hij elk moment je beeld binnen kan lopen – maar ook verborgen kan blijven zodat je later weet dat je héél dichtbij was maar net niet genoeg) hopte ‘ie op een gevallen boomstam en bleef daar keurig zitten. Hij begon zelfs te roepen, een koddig gezicht bij zo’n bolrond vogeltje met klein koppie. Gedurende het half uur erna lieten de vogels (want het was een paartje) zich uitstekend zien, fotograferen en video’en. Terwijl wij van de vogels genoten was onze gids alweer op zoek naar de volgende knaller en – wat een geluk – hij hoorde Magelhaenspechten roepen vanaf de tegenovergelegen helling. Ik ging naast ‘m staan en zag wat beweging – bleek er een Huet-Huet net achter zijn voeten te scharrelen, die tussen zijn benen door terug het bos in rende!
De spechten vlogen de weg over en gingen voor onze neus gingen zitten. Fantastische beesten, enorm groot met knalrode (man) of zwarte kop (vrouw), beide met krulkuif. Een goed einde van een fantastische dag! De weg terug naar El Calafate, zo’n drie uur rijden, delibereerden we over de Grote Keuze: de komende twee dagen op zoek naar de Poema (waarvoor zoogdierenexpert en reisgenoot Wesley Overman een goede plek weet) of op zoek naar de Canary-winged Finch en Ruddy-headed Goose (de plek die we thuis in gedachten hadden….)
Avifaunistische hoogtepunten:
Spectacled Duck, Andescondor, 2 Austral Pygmy-Owls, Striped en Magellanic Woodpecker, Rufous-tailed Plantcutter, een paartje tamme Black-throated Huet-Huets, Magellanic Tapaculo, Fire-eyed Diucon, Great Shrike-Tyrant, Rufous-banded Miner, Dark-faced Ground-Tyrant, Tufted Tit-Tyrant, White-throated Treerunner, Thorn-tailed Rayadito, Long-tailed Meadowlark, Patagonian en Plumbeous Sierra-Finch en de onvermijdelijke Chimango Caracara’s.
Vanuit El Chalten,
Remco Hofland
Geplaatst op: 22 maart 2012