12 - Wind
14-07-2021We liggen vandaag verwaaid in Jason Harbour, een kleine beschutte baai aan de noordzijde van de West Cumberland Bay, een mijl of 15 ten westen van Larsen Point. In de baai waait het hard zodat landen hier uitgesloten is, er bestaat daadwerkelijk een kans dat de zodiacs om zouden kunnen waaien, en de slagregen maakt het allemaal niet aantrekkelijker. Buiten de baai waait het trouwens vele malen harder, windkracht zeven met uitschieters naar negen en voor het eerst in dagen zien we ten zuiden van ons grote brokken gletsjerijs ronddrijven. De Wilsons Storm-Petrels lijkt het allemaal niet veel te doen, die foerageren gestaag door boven de kelpvelden terwijl de Southern Giant Petrels stuntvliegen langs de steile bergwanden. Een groep van twintig King Penguins staat stoïcijns op het strand, wel wat dichter op elkaar, maar echt onder de indruk lijken ze niet te zijn.
Rond lunchtijd trekt de bewolking op en wordt het zelfs even zonnig. Het landschap blijkt geweldig imposant met hoge besneeuwde toppen aan de zuidzijde van Cumberland Bay en enkele grote smeltende gletsjers die inmiddels grijs zijn van het puin dat niet langer door ijs bedekt is. We wachten geruime tijd om te zien of er eventueel een landing in zit en rond 16.00 varen er zelfs enkele zodiacs richting strand. Helaas verslechterd het weer snel en om 16.15 hakt Rinie van Meurs de knoop door, we halen het anker op en stomen richting Gough. Een korte tour langs de gletsjers van Cumberland Bay, vervolgens langs Larsen Point onderweg naar Gough, meer dan 1250 zeemijlen naar het noordoosten. Bij het wegvaren waaien de twee laatste dode Koereigers tussen de zodiacs vandaan de baai in. Ongetwijfeld enkele leden van de oorspronkelijke bende van zeven die het niet gered hebben. Over Koereigers later nog meer.
De komende vijf dagen zijn we op zee, aanvankelijk nog in het koude subantarctische water maar binnen enkele dagen passeren we de Subtropical Convergence, de overgang naar warmer water met andere soorten zeevogels, en andere soorten zeezoogdieren. Die grens tussen die twee grote watermassa’s is natuurlijk geen abrupte overgang maar eerder een zone van vele tientallen mijlen breed, toch schijnt de overgang van de zeevogelsoorten die van koud water houden naar de meer warmwaterminnende soorten vrij abrupt te zijn.
Tijdens de komende zeedagen zal ik meerdere dagen in één blogje beschrijven, hoewel het aan boord tot nu toe geen moment saai is zou dat voor de beschrijvingen van zee, meer zee en zeevogels een tikje taai lezen kunnen worden.
Pim Wolf
West Cumberland Bay, 54.12.86 Z / 36.44.42 W
Geplaatst op: 7 april 2015